

Voor wie / Hoe werkt het
Bij zuigelingen en baby’s kunnen er signalen zijn die wijzen op motorische problemen. Bijvoorbeeld veel huilen, overstrekken, onrust, slecht slapen, passiviteit, lage spierspanning en weinig kracht, asymmetrie (scheef hoofdje), moeite met houdingsveranderingen, eenzijdig bewegen (billenschuiven). Ook chronische aandoeningen van de luchtwegen of andere ziektebeelden kunnen een aanleiding zijn dat de motorische ontwikkeling achterblijft. In veel gevallen zal de arts of verpleegkudige van het consultatiebureau of uw hui
Jonge kinderen (peuters en kleuters) die een verkeerde houding of motoriek aanleren, kunnen daar veel last van hebben. Lichamelijk, maar ook sociaal. Doordat ze bijvoorbeeld moeite hebben met langere wandelingen, vaak vallen, teveel op de tenen lopen of in groep 1-2 in de gymles niet mee kunnen komen met leeftijdgenootjes. Sommige kinderen hebben moeite om kleurpotloden goed vast te houden en te tekenen. Bij elke leeftijd horen bepaalde motorische vaardigheden die je onder de knie moet krijgen. Het is soms gewoon nodig dat je daarbij hulp krijgt. Een kind dat ten gevolge van een ziekte of handicap in zijn bewegen beperkt is, kan leren omgaan met zijn beperkte mogelijkheden en leren op een aangepaste manier optimaal te bewegen.
Oudere kinderen (groep 3-8) kunnen motorisch onhandig zijn of houterig bewegen, vaak hun evenwicht verliezen en veel uit hun handen laten vallen. Ook kan een kind angstig zijn om te bewegen, of een slechte of slappe lichaamshouding hebben. Ee
Tieners kunnen te maken krijgen met een slechte houding, door bijv. een scoliose of lage spierspanning. Lichamelijke klachten door over- of onderbelasting. Een verminderde conditie of vermoeidheidsklachten kunnen ook een reden zijn tot het zoeken naar ondersteuning.
Sinds 1 januari 2006 kunt u , dankzij de regeling Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie, zonder verwijzing terecht bij de kinderfysiotherapeut. De kinderfysiotherapeut onderzoekt uw kind en aan de hand van een intake gesprek wordt er bepaald of uw kind verder behandeld zal worden of dat uw kind wordt doorverwezen naar de huisarts of specialist. U kunt dus te allen tijde een afspraak voor uw kind maken.
Na het intake gesprek en het onderzoek heeft de kinderfysiotherapeut een volledig beeld van het motorische niveau. U, als ouder, leerkrachten, huisarts en andere betrokkenen spelen hierbij een belangrijke rol. Een ieder geeft informatie over hoe het kind zich onder verschillende omstandigheden gedraagt. De kinderfysiotherapeut bespreekt de bevindingen en stelt een behandelplan op, waar ook u nauw bij betrokken wordt.
De behandeling is er op gericht de motorische ontwikkelingsmogelijkheden van het kind te vergroten. Het doel is dat het kind beter functioneert in zijn fysieke en sociale omgeving. Functionele aspecten spelen tijdens de behandeling een centrale rol. het oefenmateriaal is speciaal ontwikkeld voor kinderen en moet het plezier in bewegen vergroten en bepaalde motorische functies aanspreken.
Bij zuigelingen bestaat de behandeling voor een groot deel uit hanterings- en speladviezen voor ouders. U kunt op die manier de behandeling bij de dagelijkse verzorging betrekken. Als het nodig is, kan de behandeling ook thuis plaatsvinden. Dat geldt vaak voor kinderen van 0 tot 2 jaar of kinderen met een ernstige beperking.
De duur van de behandeling is uiteraard afhankelijk van de aard en de omvang van de klacht of van de hulpvraag. Soms is alleen een advies al voldoende, bijvoorbeeld een houdings- of sportadvies. Bij chronische klachten duurt de behandeling langere tijd.
In het geval van Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie (DTF) kan de therapeut altijd contact opnemen met de huisarts voor verdere informatie en na behandeling een verslag uitbrengen.
Natuurlijk doen u en uw kinderfysiotherapeut er alles aan om de behandeling en het contact zo prettig mogelijk te laten verlopen. Toch kan het gebeuren dat u ontevreden bent of een klacht heeft. Bijvoorbeeld over de behandeling of over de manier waarop uw kinderfysiotherapeut of een praktijkmedewerker met u omgaat. De meest eenvoudige en snelste manier is om uw klacht rechtstreeks te bespreken met de kinderfysiotherapeut. U kunt samen overleggen hoe de klacht is ontstaan en hoe het probleem opgelost kan worden. Soms blijkt het om een misverstand te gaan.
Wanneer u nadere vragen hebt of er niet uitkomt, is het mogelijk om de klachtenfunctionaris telefonisch te benaderen. Neem hiervoor contact op met KNGF Ledenvoorlichting via 033-467 29 29. (Ma t/m vr 8.30 – 17.00 uur).
Tevens is het mogelijk uw klacht via een klachtenformulier in te dienen bij de klachtenfunctionaris van het KNGF. Hoe dit te werk gaat kunt u vinden op de volgende website: kwaliteit van de zorg.











